• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
0513 – 41 34 44
Van der Wal & Bergsma

Van der Wal & Bergsma

Accountants | Belastingadviseurs

  • Wat wij doen
  • Werken bij
  • Nieuws
  • Contact

Nieuwsberichten

Aanmanen mag pas na afwijzen verzoek kwijtschelding

februari 6, 2025 by VDWB

Een man krijgt een aanslag lokale belastingen. Hij vraagt hiervoor kwijtschelding aan, maar stuurt het toegezonden aanvraagformulier niet terug. Vier weken na het verstrijken van de uiterste betaaldatum krijgt hij een aanmaning, inclusief aanmaningskosten. De man vindt dit niet terecht en gaat in beroep en later in hoger beroep.

Het hof oordeelt dat het verzoek tot kwijtschelding nog niet was afgewezen op het moment dat de aanmaning werd verstuurd. Het hof benadrukt dat het zorgvuldigheidsbeginsel vereist dat er geen aanmaning mag worden verstuurd voordat een kwijtscheldingsverzoek is afgewezen en deze afwijzing aan de belanghebbende kenbaar is gemaakt. Het hof is daarom van oordeel dat de invorderingsambtenaar belanghebbende onterecht heeft aangemaand en de kostenbeschikking ten onrechte heeft vastgesteld.

Bron: Gerechtshof Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:GHDHA:2024:2381 | 02-12-2024

Categorie: Formeel recht

Herinvesteringsvoornemen aanwezig ondanks ontbreken van een concreet plan voor vervanging

februari 6, 2025 by VDWB

Na verwijzing door de Hoge Raad dient Hof Den Bosch de vraag te beantwoorden of een bv een herinvesteringsreserve kan vormen voor boekwinsten, die zij in 2010 en 2011 heeft behaald bij de vervreemding van onroerende zaken. De Hoge Raad heeft in het verwijzingsarrest overwogen dat het voornemen tot herinvestering niet realiseerbaar hoeft te zijn in het jaar van vervreemding om een herinvesteringsreserve te kunnen vormen. Een herinvesteringsreserve kan niet worden gevormd of valt vrij in de winst als niet te verwachten is dat herinvestering binnen de wettelijke termijn zal kunnen plaatsvinden. Het is aan de inspecteur om dat te stellen en te bewijzen.

De Hoge Raad heeft verder opgemerkt dat voor de vorming van een herinvesteringsreserve een concreet plan voor een vervangende investering niet vereist is. Die eis geldt wel voor de toepassing van de ruilarresten. Er hoeft ook nog geen concreet plan voor de financiering van die investering te zijn.

Het hof is van oordeel dat de bv aannemelijk heeft gemaakt dat een herinvesteringsvoornemen aanwezig was. In 2010 was er nog geen concreet plan van vervanging en financiering, maar in 2011 wel, gezien de concrete interesse in diverse panden, de taxatierapporten van die panden en de financieringsaanvragen. De bv heeft in de jaren 2010 en 2011 terecht een herinvesteringsreserve gevormd.

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE20242865, 22/01697 | 10-09-2024

Categorie: Ondernemingswinst

Kabinet gaat door met wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3

februari 6, 2025 by VDWB

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer een eerste reactie gegeven op het kritische advies van de Raad van State over het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3. De Raad van State heeft geadviseerd het wetsvoorstel aan te passen omdat het vanwege de complexiteit te veel vraagt van burgers en de Belastingdienst. Het kabinet zal uitgebreid reageren op dit advies in het nader rapport bij het wetsvoorstel. 

Ondanks alle kritiek is het kabinet van mening dat de voorgestelde Wet werkelijk rendement box 3 de beste optie is. Eerder zijn verschillende mogelijkheden in kaart gebracht en gewogen. De overgang naar een stelsel van heffing op basis van werkelijk rendement betekent onvermijdelijk een toename van complexiteit, ongeacht de gekozen vormgeving. Het voorgestelde stelsel is volgens het kabinet de juiste balans tussen de wens van de Kamer om te belasten op basis van werkelijk rendement, de uitvoerbaarheid en toekomstbestendigheid.

Eerder heeft de staatssecretaris gezegd dat inwerkingtreding van de Wet werkelijk rendement box 3 niet eerder mogelijk is dan per 1 januari 2028. Om die datum te halen, moet het wetsvoorstel uiterlijk op 15 maart 2026 zijn aangenomen door de Tweede Kamer. Als tijdens de parlementaire behandeling het wetsvoorstel ingrijpend wordt veranderd, zal opnieuw worden gekeken naar de uitvoerbaarheid en de mogelijke datum van inwerkingtreding. De staatssecretaris wijst er nogmaals op dat er in 2028 nagenoeg geen ruimte zal zijn om andere aanpassingen in de inkomstenbelasting te realiseren vanwege de aanpassingen in de automatisering. Het uitstel van de invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 leidt tot een verminderde belastingopbrengst. Het kabinet wil die vermindering compenseren door een verhoging van het forfaitaire rendement op overige bezittingen met 1,78 procentpunt en een verlaging van het heffingvrije vermogen. De definitieve budgettaire besluitvorming hierover vindt plaats in het voorjaar.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2025-0000021906 | 23-01-2025

Categorie: Inkomstenbelasting

Hoger beroep inspecteur niet-ontvankelijk door te laat indienen van motivering

februari 6, 2025 by VDWB

Een inspecteur diende op 25 oktober 2022 pro forma een hogerberoepschrift in tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De griffier gaf de inspecteur tot 30 april 2023 de gelegenheid om het beroep te motiveren. De inspecteur diende de motivering pas op 1 mei 2023 in. De rechtsvraag is of deze termijnoverschrijding leidt tot niet-ontvankelijkheid.

Standpunt van de belanghebbende  

De belanghebbende stelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de motivering te laat is ingediend. Ook het verweerschrift van de inspecteur in het hoger beroep van de belanghebbende is te laat ingediend en moet buiten beschouwing blijven.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur stelt dat de Algemene termijnenwet van toepassing is. Omdat 30 april 2023 een zondag was, zou de termijn verlengd worden tot maandag 1 mei 2023. Daarmee zou de motivering tijdig zijn ingediend.

Oordeel van het hof

Het hof oordeelt dat de Algemene termijnenwet niet van toepassing is op de termijn die de griffier stelt voor het herstel van verzuimen. De wet noemt geen termijn waarbinnen een verzuim moet worden hersteld, maar vereist alleen dat een redelijke termijn wordt geboden. De aan de inspecteur geboden termijn van ruim vijf maanden was redelijk. De motivering is daarom te laat ingediend en het hoger beroep is niet-ontvankelijk.

Het hof heeft het verweerschrift van de inspecteur wel toegelaten in de procedure, omdat:  

  • de wet geen gevolgen verbindt aan het te laat indienen van een verweerschrift;  
  • het is ingediend binnen de wettelijke tiendagentermijn voor het indienen van stukken; en
  • de belanghebbende voldoende gelegenheid heeft gehad om op het verweerschrift te reageren.

Conclusie

Deze uitspraak toont het belang aan van strikte naleving van gestelde termijnen. De Algemene termijnenwet is niet automatisch van toepassing op alle termijnen in het bestuursrecht. Wacht daarom niet tot de laatste dag met indienen. Heeft u vragen over termijnen in fiscale procedures? Onze specialisten adviseren u graag.

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLI:NL:GHSHE:2024:2869; 22/1778 | 10-09-2024

Categorie: Formeel recht

Verlaagde btw-tarief van toepassing bij sporten op het strand

januari 30, 2025 by VDWB

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat buitensportactiviteiten op en rond het strand onder het verlaagd btw-tarief kunnen vallen. Voorwaarde is wel dat er gebruik kan worden gemaakt van een accommodatie met het oog op de voorbereiding voor het beoefenen van de sport en/of de afronding daarvan.

In een drietal zaken waarover de Hoge Raad heeft geoordeeld, vonden de sportactiviteiten plaats op een door de gemeente voor het beoefenen van strandsporten aangewezen openbaar stuk strand. Voor het blokarten, powerkiten, beachvolleybal, beachvoetbal en handboogschieten kunnen de sporters gebruikmaken van een nabijgelegen strandpaviljoen. Hier hebben zij de beschikking over een ontvangstruimte, een opslagruimte en een kleedruimte met douchegelegenheid. Voor de surflessen wordt een voor het omkleden en douchen ingerichte vrachtcontainer op het strand geplaatst, die bij slecht weer ook gebruikt kan worden voor instructies. 

De Hoge Raad concludeert dat met de beschikking over het strandpaviljoen en de container aan de voorwaarde is voldaan dat er een accommodatie beschikbaar is voor instructie en omkleden. Het maakt daarbij niet uit dat het sporten plaatsvindt op openbaar terrein.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20258 | 16-01-2025

Categorie: Omzetbelasting

Verklaring betalingsgedrag nu ook online aanvragen

januari 30, 2025 by VDWB

Vanaf nu is het mogelijk om online een verklaring betalingsgedrag aan te vragen. Met een verklaring betalingsgedrag wordt aangetoond dat er geen openstaande belastingaanslagen of andere vorderingen zijn op naam van een onderneming. Er zijn drie soorten verklaringen beschikbaar:

  1. Verklaring betalingsgedrag inlenersaansprakelijkheid (uitlener). Voor uitleners van personeel aan derden. De inlener of doorlener kan vragen om aan te tonen dat voldaan wordt aan aangifte- en betalingsverplichtingen voor loonheffingen en/of btw voor het uitgeleende personeel.
  2. Verklaring betalingsgedrag ketenaansprakelijkheid (onderaannemer). Voor onderaannemers die door een (hoofd)aannemer worden ingeschakeld. De (hoofd)aannemer kan vragen om aan te tonen dat voldaan wordt aan aangifte- en betalingsverplichtingen voor loonheffingen.
  3. Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen (ook voor particulieren). Voor situaties waarin derden vragen om aan te tonen dat voldaan wordt aan aangifte- en betalingsverplichtingen en dat er geen openstaande belastingschulden of andere vorderingen zijn. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn bij een aanbestedingsprocedure of een vergunningaanvraag.

Voor het online aanvragen van een verklaring is inloggen met DigiD vereist. In de loop van het jaar wordt het ook mogelijk om de aanvraag te doen met eHerkenning. Het blijft mogelijk om de verklaring in pdf-formaat te downloaden van de website en per post te versturen. 

De Belastingdienst streeft ernaar binnen een week na ontvangst van het verzoek te beslissen. De verklaring wordt verstuurd naar het bekende woon- of vestigingsadres. Wie al periodiek een verklaring betalingsgedrag ontvangt, hoeft deze niet opnieuw aan te vragen.
 

Bron: Belastingdienst | persbericht | OV160-1Z*7FOL | 19-01-2025

Categorie: Algemeen

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 10
  • Pagina 11
  • Pagina 12
  • Pagina 13
  • Pagina 14
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 115
  • Ga naar Volgende pagina »

Footer

Contactgegevens

Torenstraat 48
8501 BW Joure
0513 – 41 34 44

info@vanderwalbergsma.nl

Documenten

Disclaimer
Algemene voorwaarden
Privacy verklaring
Privacy voorwaarden
Klachten
Klokkenluidersregeling

Lidmaatschappen

Webdesign: Reclamebureau "Studio Daan & Ed"