• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
0513 – 41 34 44
Van der Wal & Bergsma

Van der Wal & Bergsma

Accountants | Belastingadviseurs

  • Wat wij doen
  • Werken bij
  • Nieuws
  • Contact

VDWB

Verdeling koopsom onderneming

februari 20, 2019 by VDWB

Bij de verkoop van een onderneming of van ondernemingsvermogen wordt de onderverdeling, die in de koopovereenkomst van de totale koopsom wordt gemaakt van de verschillende delen van het gekochte, als regel gevolgd tenzij aannemelijk is dat de overeengekomen verdeling niet in overeenstemming is met de werkelijkheid. Afwijkingen van de werkelijkheid komen voor om de verkoopprijs zoveel mogelijk aan vrijgestelde onderdelen toe te rekenen en zo de belastbare winst van de verkoper te drukken. De koper kan belang hebben bij zo veel mogelijk afschrijvingspotentieel en daarom belang hebben bij een afwijkende verdeling.

De Belastingdienst bestreed de in de koopovereenkomst van een agrarisch bedrijf opgenomen splitsing van de koopsom. De rechtbank was van oordeel dat de gehanteerde verdeling niet in overeenstemming was met de werkelijkheid. Zo was de gehanteerde prijs voor de verkochte bedrijfsopstallen beduidend lager dan de in het kader van de Wet WOZ opgemaakte taxatieverslagen. De gehanteerde verkoopprijs voor de eveneens verkochte woning was beduidend hoger dan de getaxeerde waarde. Voor de verkochte landbouwgrond hanteerden kopers en verkopers in de overeenkomst een prijs van € 40.000 per hectare. De Belastingdienst ging uit van € 33.855 per hectare.

Ook de door de Belastingdienst gehanteerde verdeling van de koopsom vond wegens het ontbreken van een afdoende onderbouwing geen genade in de ogen van de rechtbank. De rechtbank stelde daarom zelf in goede justitie deelprijzen vast voor de bedrijfsopstallen, de woning en de landbouwgrond. Door de correcties viel de winst van de verkopers hoger uit.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBNNE2019335, LEE 17/628 | 20-02-2019

Categorie: Ondernemingswinst

Bijdrage zorgverzekeringswet en lijfrentepremieaftrek

februari 20, 2019 by VDWB

Bij het staken van de onderneming wordt de door de ondernemer gevormde oudedagsreserve tot de stakingswinst gerekend. De ondernemer kan directe belastingheffing over de oudedagsreserve voorkomen door een lijfrente te bedingen. Voor de berekening van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) wordt echter geen rekening gehouden met de aftrek van de lijfrentepremie. Daardoor ontstaat dubbele heffing, omdat over de uitkeringen te zijner tijd de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw zal worden geheven.

Hof Den Haag heeft geoordeeld dat een ondernemer die als zelfstandige pensioen opbouwt met een lijfrente, ongelijk wordt behandeld ten opzichte van werknemers die een pensioen opbouwen. Bij werknemers die pensioen opbouwen vermindert de eigen bijdrage de grondslag voor de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Voor deze ongelijke behandeling bestaat volgens het hof geen objectieve rechtvaardiging. Dat baatte de ondernemer niet, omdat het hof meende dat het geen rechtsherstel kon bieden. De Hoge Raad denkt daar anders over. De wetgever heeft niet bedoeld om een discriminerende dubbele bijdrageheffing te veroorzaken. Het systeem van de wet houdt in dat dubbele heffing voorkomen wordt door premies voor oudedagsvoorzieningen die later tot Zvw-bijdrageplichtige uitkeringen leiden, buiten het Zvw-bijdrage-inkomen te laten. Dat kan volgens de Hoge Raad in dit geval ook door de premie voor de lijfrente in mindering te brengen op het bijdrage-inkomen.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20182175, 17/03140 | 20-02-2019

Categorie: Sociale verzekeringen

Wetsvoorstel recht op onbereikbaarheid werknemers

februari 20, 2019 by VDWB

Er is een voorstel tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs ter consultatie gepubliceerd. De voorgestelde wijziging betreft de invoering van een recht op onbereikbaarheid voor werknemers. Door de komst van smartphones en tablets zijn werknemers altijd bereikbaar. Werknemers ervaren druk om tijdens hun vrije tijd te reageren op werkberichten. De initiatiefnemer voor het wetsvoorstel is van mening dat iedereen recht heeft op ongestoorde vrije tijd en dat dit recht van groot belang is om stress en burn-outklachten te verminderen of te voorkomen.

Het wetsvoorstel met memorie van toelichting is te vinden op http://www.internetconsultatie.nl//rechtoponbereikbaarheid. Wie dat wil kan daar zijn commentaar achterlaten.

Bron: Overig | wetsvoorstel | 20-02-2019

Categorie: Arbeidsrecht

Forensenbelasting

februari 20, 2019 by VDWB

Gemeenten mogen forensenbelasting heffen van natuurlijke personen die, terwijl zij elders hun hoofdverblijf hebben, in de gemeente op meer dan 90 dagen de beschikking hebben over een gemeubileerde woning voor zichzelf of hun gezin.

Wanneer een gemeubileerde woning is bestemd voor de verhuur, maar ook door de eigenaar zelf wordt gebruikt, wordt de gehele periode waarin eigen gebruik niet in verband met verhuur is uitgesloten, toegerekend aan de periode waarin de woning de eigenaar ter beschikking staat.

Er mag geen aanslag forensenbelasting worden opgelegd wanneer de eigenaar de vakantiewoning niet heeft gebruikt of niet op meer dan 90 dagen per jaar beschikbaar heeft gehouden voor zichzelf of zijn gezin.

De eigenaar van een vakantiewoning verhuurde deze in 2016 via een bemiddelingsbureau. De eigenaar had het bemiddelingsbureau echter niet het exclusieve recht tot verhuur toegekend. Dat zou betekenen dat hij zelf niet in de woning zou kunnen verblijven als deze niet verhuurd is. Op grond van de verhuurbemiddelingsovereenkomst was eigen gebruik door de eigenaar en zijn gezin gemaximeerd op 90 dagen. Die bepaling vormde volgens Hof Arnhem-Leeuwarden geen reële beperking van de beschikbaarheid van de woning. In ieder geval kon niet op grond van deze bepaling worden geoordeeld dat het eigen gebruik gedurende meer dan 90 dagen was uitgesloten. Naar het oordeel van het hof was terecht een aanslag forensenbelasting opgelegd.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20191369 | 20-02-2019

Categorie: Overige heffingen

Waardestijging aandelen door overlijden lijfrentegerechtigde

februari 20, 2019 by VDWB

De Successiewet merkt in bepaalde gevallen de waardestijging van aandelen in een vennootschap als gevolg van overlijden aan als een erfrechtelijke verkrijging. De wetsbepaling geldt alleen voor aandelen die een aanmerkelijk belang vormen, waarvan de houder een familielid is van de overledene. Deze bepaling is ingevoerd om een einde te maken aan constructies waarbij iemands oudedagsvoorziening werd ondergebracht in een vennootschap waarvan de aandelen werden gehouden door anderen om de waardestijging van de aandelen door de vrijval van de oudedagsvoorziening onbelast te kunnen genieten. Een erfrechtelijke verkrijging wordt in aanmerking genomen naar de waarde in het economische verkeer op het tijdstip van de verkrijging. Op dat tijdstip moet de waarde van de aandelen en de waardestijging van de aandelen door het overlijden worden bepaald.

De vraag in een procedure was of de waardestijging van aandelen was veroorzaakt door het overlijden van een lijfrentegerechtigde of door de korte tijd voor het overlijden geconstateerde ongeneeslijke ziekte. Volgens het hof en de Hoge Raad behoorde ook een eventuele eerdere afwaardering van de lijfrenteverplichting tot de te belasten waardestijging van de aandelen.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2019235, 18/01139 | 20-02-2019

Categorie: Successiewet

Concurrentiebeding en arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

februari 20, 2019 by VDWB

In een procedure in kort geding vroeg een ex-werknemer schorsing van het met zijn vorige werkgever overeengekomen relatie- en concurrentiebeding. De arbeidsovereenkomst tussen partijen was aangegaan voor bepaalde tijd. De kantonrechter heeft de bedingen geschorst totdat in een bodemprocedure over de rechtsgeldigheid ervan een einduitspraak zal zijn gedaan. In een kort geding is geen ruimte voor een uitgebreid feitenonderzoek. Dat vindt plaats in de bodemprocedure. Het hof heeft dit vonnis bekrachtigd. De werkgever heeft tegen de uitspraak van het hof cassatie aangetekend. In een conclusie gaat de Advocaat-generaal (A-G) bij de Hoge Raad in op de rechtsgeldigheid van concurrentie- en relatiebedingen in een tijdelijke arbeidsovereenkomst.

In een arbeidsovereenkomst kan een beding worden opgenomen dat de werknemer verbiedt om na het einde van de arbeidsovereenkomst voor kortere of langere tijd “op een bepaalde wijze werkzaam te zijn”. Zowel een concurrentiebeding als een relatiebeding valt onder deze wetsbepaling. Deze bedingen moeten schriftelijk zijn vastgelegd en mogen alleen met een meerderjarige werknemer worden overeengekomen. In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is een dergelijk beding alleen toegestaan als uit de schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De werkgever moet aangeven om welke belangen het gaat. Het ontbreken van een motivering maakt het beding ongeldig. De rechter heeft de mogelijkheid om een beding geheel of gedeeltelijk te vernietigen wanneer het beding niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende belangen van de werkgever of wanneer de belangenafweging in het nadeel van de werkgever uitvalt.

De A-G zegt in de conclusie dat in de wet en de wetshistorie geen steun is te vinden voor het standpunt van de werkgever dat een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geldig is zodra er ‘enige’ motivering is opgenomen, tenzij deze volstrekt onzinnig is.

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR201946, 18/00959 | 20-02-2019

Categorie: Arbeidsrecht

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 95
  • Pagina 96
  • Pagina 97
  • Pagina 98
  • Pagina 99
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 116
  • Ga naar Volgende pagina »

Footer

Contactgegevens

Torenstraat 48
8501 BW Joure
0513 – 41 34 44

info@vanderwalbergsma.nl

Documenten

Disclaimer
Algemene voorwaarden
Privacy verklaring
Privacy voorwaarden
Klachten
Klokkenluidersregeling

Lidmaatschappen

Webdesign: Reclamebureau "Studio Daan & Ed"