• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
0513 – 41 34 44
Van der Wal & Bergsma

Van der Wal & Bergsma

Accountants | Belastingadviseurs

  • Wat wij doen
  • Werken bij
  • Nieuws
  • Contact

Nieuwsberichten

Oplopende schuld dga

februari 13, 2019 by VDWB

Als een bv aan haar aandeelhouder een lening verstrekt waarvan aannemelijk is dat deze niet kan of zal worden afgelost, wordt de lening aangemerkt als een uitdeling van winst. Het bedrag van de lening heeft onder die omstandigheden het vermogen van de bv definitief verlaten. Om als uitdeling van winst aangemerkt te worden moeten de bv en de aandeelhouder zich ervan bewust zijn dat de aandeelhouder door de vermogensverschuiving is bevoordeeld. Het is aan de Belastingdienst om met feiten en omstandigheden te komen op grond waarvan aannemelijk is dat een situatie is ontstaan waarin de schuld van de aandeelhouder aan de bv niet zal worden afgelost en dat de aandeelhouder en de bv zich bewust waren van de bevoordeling van de aandeelhouder. Een uitdeling van winst wordt belast in box 2.

De Belastingdienst legde een navorderingsaanslag inkomstenbelasting over 2010 op aan een dga. In de aanslag werden de rekening-courantschuld van € 578.414 en de langlopende schuld van € 225.000 van de dga aan zijn bv als uitdelingen van winst belast.

De rechtbank was van oordeel dat de navorderingsaanslag terecht was opgelegd. Ten tijde van het indienen van de aangifte IB 2010 was de rekening-courantschuld opgelopen tot ruim € 800.000. De aandeelhouder kon de bv geen reële zekerheden bieden en was niet in staat om jaarlijks rente en aflossing te betalen. Daarmee stond vast dat de lening niet kon of zou worden afgelost. De bv liet de schuld echter verder oplopen, onder meer door het bijboeken van de verschuldigde rente. Medio 2015 was de totale schuld van de aandeelhouder aan de bv opgelopen tot € 3,5 miljoen.

Volgens de rechtbank moet het beide partijen duidelijk zijn geweest dat de opgenomen gelden blijvend aan de bv waren onttrokken. Beide partijen moeten zich ervan bewust zijn geweest dat de aandeelhouder hierdoor was bevoordeeld.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | AWB 17/4238 | 13-02-2019

Categorie: Inkomstenbelasting

Laag tarief btw digitale boeken mogelijk per 1 januari 2020

februari 7, 2019 by VDWB

In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de btw-behandeling van digitale boeken, kranten en tijdschriften. Daarvoor geldt momenteel het hoge btw-tarief, terwijl voor gedrukte boeken, kranten en tijdschriften het lage tarief geldt. De Europese btw-richtlijn 2006 biedt pas sinds december 2018 de mogelijkheid om fysieke en digitale boeken, kranten en tijdschriften gelijk te behandelen. Op dit moment wordt gewerkt aan een goede definitie van digitale boeken, kranten en tijdschriften. Nederland is daarbij gebonden aan de in de btw-richtlijn geschetste kaders. De staatssecretaris van Financiën verwacht in de eerste helft van dit jaar een conceptwetsvoorstel te kunnen publiceren. Per 1 januari 2020 zou dan het lage btw-tarief op alle boeken, tijdschriften en kranten van toepassing moeten kunnen zijn.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2019-0000016710 | 07-02-2019

Categorie: Omzetbelasting

Einddatum tijdelijk arbeidscontract niet goed gecommuniceerd

februari 7, 2019 by VDWB

De ketenbepaling houdt in dat aan een werknemer niet meer dan drie elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mogen worden aangeboden. De totale duur van de opvolgende arbeidsovereenkomsten mag niet langer zijn dan 24 maanden. Bij meer dan drie opvolgende arbeidsovereenkomsten of bij een totale duur van meer dan 24 maanden ontstaat van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd werd voor de tweede keer verlengd tot 25 mei 2017. Op die datum eindigde de termijn van 24 maanden die in de ketenbepaling wordt genoemd. In een e-mail werd aan de werknemer meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst niet nog een keer zou worden verlengd. In deze e-mail werd nogmaals als einddatum vermeld 25 mei 2017. Enkele dagen later volgde een nieuwe e-mail waarin als einddatum van het contract 26 mei 2017 werd vermeld. De werknemer werkte die dag en meende dat het contract daardoor was omgezet in een contract voor onbepaalde tijd. De werknemer vorderde betaling van salaris vanaf 27 mei 2017.

Hof Den Haag wees deze vordering af omdat het de werknemer duidelijk was dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet. In die wetenschap heeft de werknemer afscheid genomen van de collega’s en bij de leidinggevende de kluissleutel en toegangspas ingeleverd. Dat het de werknemer duidelijk was dat de arbeidsovereenkomst niet werd voortgezet blijkt ook uit de aanvraag van een WW-uitkering. Volgens het hof is het beroep van de werknemer op het ontstaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

Bron: Hof Den Haag | jurisprudentie | ECLINLGHDHA201926, 200.240.217/01 | 07-02-2019

Categorie: Arbeidsrecht

Overgangsrecht Brexit aangekondigd

februari 7, 2019 by VDWB

Op 29 maart 2019 stapt het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de EU. Gezien de verwerping van het met de EU gesloten akkoord door het Britse Lagerhuis moet rekening worden gehouden met een no-deal Brexit. Het vertrek uit de EU heeft tot gevolg dat het VK een derde land wordt. Dat heeft fiscale gevolgen in een groot aantal situaties. Deze gevolgen treden in zodra het vertrek uit de EU een feit is. De staatssecretaris heeft aangekondigd dat hij die gevolgen wil opvangen met een vorm van overgangsrecht ingeval van een no-deal. De staatssecretaris denkt aan een regeling waarin het VK voor een aantal belastingwetten gedurende het lopende belastingjaar wordt beschouwd als onderdeel van de EU. Dat betekent dat het huidige fiscale regime de rest van het belastingjaar van toepassing blijft en pas met ingang van het nieuwe belastingjaar wijzigt.

Per belastingsoort wordt bekeken of overgangsrecht nodig is. Het beleidsbesluit, waarin het overgangsrecht wordt vastgelegd, zal pas definitief worden vastgesteld als duidelijk is, dat het VK de EU verlaat zonder akkoord.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2019-0000017605 | 07-02-2019

Categorie: Algemeen

Vrije ruimte werkkostenregeling naar 1,7%

februari 7, 2019 by VDWB

Werkgevers mogen tot 1,2% van de loonsom van alle medewerkers samen onbelast vergoedingen geven aan hun personeel. Dit is de vrije ruimte. Naast de vrije ruimte zijn er mogelijkheden voor andere onbelaste vergoedingen.

De vrije ruimte wordt met ingang van 2020 vergroot van 1,2% naar 1,7% van de loonsom. De verruiming gaat gelden voor de eerste € 400.000 van de loonsom van een werkgever. Bij deze loonsom gaat de vrije ruimte van € 4.800 naar € 6.800. Voor zover de loonsom hoger is dan € 400.000 blijft de vrije ruimte 1,2%.

De verruiming van de werkkostenregeling komt met name ten goede van kleine werkgevers.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 07-02-2019

Categorie: Loonbelasting

Landelijke Landbouwnormen 2018

januari 31, 2019 by VDWB

De Belastingdienst heeft de Landelijke Landbouwnormen 2018 vastgesteld. Dit document bevat normbedragen voor 2018 voor diverse kostenposten, bedrijfsmiddelen en voorraden van agrarische bedrijven. Deze normen gelden alleen voor agrarische activiteiten in Nederland. Ondernemers moeten de normen gebruiken bij de bepaling van de jaarwinst van hun onderneming. De normen 2018 gelden zowel voor de inkomstenbelasting als voor de vennootschapsbelasting voor het kalenderjaar 2018 en voor gebroken boekjaren die beginnen in 2018 en eindigen in 2019. Vanwege de diversiteit van de biologische land- en tuinbouw zijn er voor deze sector geen aparte normen vastgesteld.

De belangrijkste veranderingen in de Landelijke Landbouwnormen 2018 ten opzichte van eerdere jaren zijn het vervallen van de landbouwregeling in de omzetbelasting per 1 januari 2018. Daarom zijn alle bedragen nu vermeld exclusief omzetbelasting. Aan de Landbouwnormen is een onderdeel Melkveefosfaatrechten toegevoegd. Verder zijn voor vleeskuikens normbedragen opgenomen met betrekking tot de reguliere, middensegment en langzaam groeiende vleeskuikens. Tenslotte is een nieuwe tabel opgenomen met normbedragen met betrekking tot vleeskonijnen.

Afwijken van de Landbouwnormen is alleen toegestaan in uitzonderlijke gevallen. De ondernemer moet dan in zijn aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting gemotiveerd aangeven dat hij bij de vaststelling van de winst is afgeweken van de normen.

Bij eigen verbruik en privégebruik is sprake van richtbedragen. Daarvan mag worden afgeweken mits aannemelijk kan worden gemaakt waarom de richtbedragen niet worden toegepast.

Bron: Belastingdienst | publicatie | 31-01-2019

Categorie: Ondernemingswinst

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 95
  • Pagina 96
  • Pagina 97
  • Pagina 98
  • Pagina 99
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 115
  • Ga naar Volgende pagina »

Footer

Contactgegevens

Torenstraat 48
8501 BW Joure
0513 – 41 34 44

info@vanderwalbergsma.nl

Documenten

Disclaimer
Algemene voorwaarden
Privacy verklaring
Privacy voorwaarden
Klachten
Klokkenluidersregeling

Lidmaatschappen

Webdesign: Reclamebureau "Studio Daan & Ed"