• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
0513 – 41 34 44
Van der Wal & Bergsma

Van der Wal & Bergsma

Accountants | Belastingadviseurs

  • Wat wij doen
  • Werken bij
  • Nieuws
  • Contact

VDWB

Geen laag tarief erfbelasting voor ex-partner

juni 8, 2023 by VDWB

Voor de erfbelasting zijn twee ongehuwde personen elkaars partner als zij in de zes maanden voorafgaand aan het overlijden van een van hen meerderjarig zijn, staan ingeschreven op hetzelfde adres en een notarieel samenlevingscontract en wederzijdse zorgplicht hebben. Deze personen mogen geen bloedverwanten in de rechte lijn zijn en niet met een ander aan de hiervoor genoemde voorwaarden voldoen.

In een besluit van de staatssecretaris van Financiën is goedgekeurd dat onder voorwaarden bij een erfrechtelijke verkrijging door een voormalige ongehuwde partner de verschuldigde erfbelasting wordt berekend naar het partnertarief. Daartoe moet bij het beëindigen van de gezamenlijke huishouding aan de voorwaarden voor ongehuwde partners zijn voldaan. Deze tegemoetkoming geldt voor zover de erfrechtelijke verkrijging verband houdt met afspraken die zijn gemaakt in het kader van de beëindiging van de gezamenlijke huishouding.

In een procedure over een aanslag erfbelasting claimde een erfgenaam toepassing van het partnertarief. De erfgenaam voerde aan dat de samenleving met de erflater tijdens diens leven niet was beëindigd. De rechtbank Noord Holland onderzocht of aan de voorwaarden voor partnerschap is voldaan. In de drie jaar voor zijn overlijden stonden de erflater en de erfgenaam op verschillende adressen ingeschreven. Daardoor is aan de in de Successiewet opgenomen voorwaarden voor partnerschap niet voldaan.

Vervolgens stelde de rechtbank vast dat erflater en erfgenaam wel afspraken hebben gemaakt bij het beëindigen van de samenleving, maar dat die niet hebben geleid tot de erfrechtelijke verkrijging. Die verkrijging vloeide voort uit het testament van de erflater. Een testament is een eenzijdige handeling die niet is aan te merken als een afspraak. Het tussen partijen geldende samenlevingscontract bevatte geen bepalingen met betrekking tot het beëindigen van de samenleving. De rechtbank vond niet aannemelijk gemaakt dat erflater en erfgenaam afspraken hebben gemaakt als bedoeld in het besluit. Het lagere partnertarief is niet van toepassing op de erfrechtelijke verkrijging.

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLINLRBNHO20234667, HAA 21/557 | 20-04-2023

Categorie: Successiewet

Geen cassatie uitleg correctiebeleid Belastingdienst

juni 1, 2023 by VDWB

De staatssecretaris van Financiën heeft toegelicht waarom hij geen beroep in cassatie instelt tegen uitspraken van Hof Amsterdam over het correctiebeleid van de Belastingdienst. Dat beleid houdt in dat geen correctie wordt aangebracht als het daarmee gemoeide belastingbedrag minder dan € 225 beloopt. Volgens het hof brengt een redelijke uitleg van het correctiebeleid mee dat dit ook geldt als de inkomenscorrectie meer dan € 500 bedraagt. De staatssecretaris vindt de uitleg van het hof niet onbegrijpelijk en in lijn met een arrest van de Hoge Raad over de grenzen bij navordering. In dat arrest ging het om een inkomenscorrectie van meer dan € 1.000 en een te betalen belastingbedrag van minder dan € 450. De Hoge Raad oordeelde dat in het kader van het correctiebeleid dan geen navorderingsaanslag mag worden opgelegd, behoudens bij kwade trouw of repeterende onjuistheden. De staatssecretaris verwacht dat de Hoge Raad de uitleg van Hof Amsterdam over het correctiebeleid bij het opleggen van een reguliere aanslag zal volgen.

De staatssecretaris zal op korte termijn meer duidelijkheid verschaffen over het correctiebeleid.

Bron: Ministerie van Financiën | jurisprudentie | nr. 2023-0000117174 | 15-05-2023

Categorie: Formeel recht

Wet invoering minimumuurloon in Staatsblad geplaatst

juni 1, 2023 by VDWB

Op dit moment kent de Nederlandse wetgeving nog geen uniform wettelijk minimumuurloon. Het minimumuurloon is een afgeleide van het wettelijk minimumloon, dat per maand wordt vastgesteld. Het uurloon is afhankelijk van het aantal uren dat in een sector wordt gewerkt. Daar komt verandering in door de Wet invoering minimumuurloon. Deze wet is in het Staatsblad geplaatst. De wet wijzigt onder meer de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enkele wetten op het gebied van de sociale verzekeringen.

De wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, vermoedelijk per 1 januari 2024.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | wetswijziging | Staatsblad 2023, 168 | 22-05-2023

Categorie: Arbeidsrecht

Eigen woning gaat niet naar box 3

juni 1, 2023 by VDWB

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen over het belasten van de eigen woning in box 3 beantwoord. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een analyse van de woningmarkt door De Nederlandsche Bank en een rapport van het Internationaal Monetair Fonds over de belastingheffing van vermogen in Nederland.

De staatssecretaris is niet van plan om de eigen woning naar box 3 te verplaatsen. De aangekondigde hervorming van box 3 naar een stelsel van heffing over werkelijk rendement is zeer complex. De wijze waarop andere onroerende zaken dan de eigen woning in dat stelsel zouden moeten worden belast is nog onduidelijk. De staatssecretaris vindt het beleidsmatig niet logisch om de eigen woning nu naar box 3 over te brengen. Daar komt bij dat de staatssecretaris werkt aan een visie op de eigenwoningregeling. Naar verwachting kan die in 2024 gepresenteerd worden.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2023-0000119436 | 23-05-2023

Categorie: Inkomstenbelasting

Intracommunautaire verwerving auto door particulier

juni 1, 2023 by VDWB

Een particulier, die in een andere lidstaat van de EU een nieuwe auto koopt, verricht in zijn woonland voor de omzetbelasting een intracommunautaire verwerving. Een auto is nieuw als deze binnen zes maanden na de eerste ingebruikname aan hem wordt geleverd of als de auto maximaal 6.000 kilometer heeft afgelegd. Er is sprake van een levering voor de omzetbelasting als de feitelijke beschikkingsmacht van de auto is overgegaan.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant diende te beoordelen of terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting is opgelegd aan een particulier wegens een intracommunautaire verwerving. Volgens de rechtbank heeft de belanghebbende de feitelijke beschikkingsmacht over de auto direct verkregen. De auto is weliswaar geleverd aan een Duitse ondernemer, maar direct verhuurd aan de belanghebbende. Deze had ook een recht van koop. De contracten zijn zo opgesteld dat de belanghebbende na zes maanden de auto kocht en dat het volledige risico bij hem lag. De belanghebbende heeft het aankoopbedrag aan de Duitse ondernemer geleend. Volgens de rechtbank heeft de belanghebbende de macht verkregen om als eigenaar over de auto te beschikken.

De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of een verwerving van een nieuwe auto heeft plaatsgevonden in Nederland. Gelet op de woonplaats en de nationaliteit van de belanghebbende en het gebruik en het onderhoud van de auto in Nederland, is het volgens de rechtbank van meet af aan de bedoeling geweest om het duurzame eindgebruik plaats te laten vinden in Nederland. Dat brengt mee dat de auto intracommunautair is verworven door de belanghebbende in Nederland. De inspecteur heeft de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht aan de belanghebbende opgelegd.

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20232764, BRE 19/2426 | 23-04-2023

Categorie: Omzetbelasting

Wetsvoorstel implementatie BTW-tarievenrichtlijn

mei 25, 2023 by VDWB

Op 5 april 2022 heeft de Raad van de Europese Unie de BTW-tarievenrichtlijn vastgesteld. De BTW-tarievenrichtlijn wijzigt de BTW-richtlijn 2006.  De BTW-tarievenrichtlijn verplicht de lidstaten om twee onderdelen in de nationale wet in te voeren. Het betreft wijzigingen in de aanvullende margeregeling en wijzigingen in de bepalingen over de plaats van bepaalde diensten die virtueel aan een afnemer worden verricht. De wijzigingen moeten uiterlijk 31 december 2024 zijn ingevoerd, zodat deze met ingang van 1 januari 2025 van toepassing zijn. De staatssecretaris van Financiën heeft het daartoe strekkende wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer.

Aanpassing van de aanvullende margeregeling

De margeregeling is een bijzondere regeling voor gebruikte goederen, antiek, kunst- en verzamelvoorwerpen. De regeling kan worden toegepast op goederen die zijn ingekocht van niet-aftrekgerechtigden, zoals particulieren. Bij toepassing van de margeregeling is de verkoper btw verschuldigd over het verschil tussen de verkoop- en de aankoopprijs. Deze regeling wijzigt niet.

De aanvullende margeregeling geldt als de verkoper antiek, kunst- of verzamelvoorwerpen tegen het verlaagde tarief krijgt geleverd of dergelijke voorwerpen invoert. De aanvullende margeregeling is op verzoek van toepassing. De verkoper kan de op de aankoop drukkende btw niet in aftrek brengen. In de huidige vorm stimuleert de aanvullende margeregeling inkoop in een lidstaat met een laag verlaagd tarief. Het wetsvoorstel verhindert toepassing van de aanvullende margeregeling bij de inkoop, intracommunautaire verwerving of invoer van antiek, kunst- of verzamelvoorwerpen tegen het verlaagde tarief.

Plaats van dienst voor bepaalde virtuele activiteiten en virtuele toegang tot evenementen

Een dienstverrichting is belast in Nederland als de plaats van dienst Nederland is. Voor de vaststelling van de plaats van dienst gelden twee hoofdregels. De eerste hoofdregel geldt voor dienstverrichtingen aan ondernemers. De tweede voor dienstverrichtingen aan anderen dan ondernemers. Op deze hoofdregels bestaan uitzonderingen. Een van die uitzonderingen betreft diensten van culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve of vermakelijke aard. Deze diensten zijn belast op de plaats waar de evenementen of activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden. Deze uitzondering geldt ongeacht of de afnemer de evenementen of activiteiten fysiek of virtueel bijwoont. De BTW-tarievenrichtlijn wijzigt de plaats van deze diensten, voor zover deze virtueel worden afgenomen naar de plaats waar de afnemer woont of is gevestigd.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2023-0000111518 | 14-05-2023

Categorie: Omzetbelasting

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 96
  • Pagina 97
  • Pagina 98
  • Pagina 99
  • Pagina 100
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 132
  • Ga naar Volgende pagina »

Footer

Contactgegevens

Torenstraat 48
8501 BW Joure
0513 – 41 34 44

info@vanderwalbergsma.nl

Documenten

Disclaimer
Algemene voorwaarden
Privacy verklaring
Privacy voorwaarden
Klachten
Klokkenluidersregeling

Lidmaatschappen

Webdesign: Reclamebureau "Studio Daan & Ed"